Survey of the Advayavada Study Plan – ASP

The purpose of the autonomous Advayavada Study Plan – ASP is that we study (and debate in a local group, the family circle or with good friends) the meaning and implications of the weekly subject, not as a formal and impersonal intellectual exercise, but in the context of whatever we ourselves are presently doing or are concerned with, or about, such as our health, relationships, work, study, our place in society, etc. Advayavada Buddhism does not tell you what to do or believe, but how to make the very best of our own lives by becoming as wondrous overall existence advancing over time now in its manifest direction.

Week of the current year and subject:

Preliminary subjects:
01, 14, 27 and 40 : The impermanence of all existents (First Sign of Being).
02, 15, 28 and 41 : The selflessness of all existents (Second Sign of Being).
03, 16, 29 and 42 : Existential suffering (Third Sign of Being and First Noble Truth).
04, 17, 30 and 43 : Craving and its elimination (Second and Third Noble Truths).
05, 18, 31 and 44 : Path and Progress (Fourth Noble Truth and Fourth Sign of Being).

The Noble Eightfold Path:
06, 19, 32 and 45 : Our very best comprehension (First Step).
07, 20, 33 and 46 : Our very best resolution (Second Step).
08, 21, 34 and 47 : Our very best enunciation (Third Step).
09, 22, 35 and 48 : Our very best disposition (Fourth Step).
10, 23, 36 and 49 : Our very best implementation (Fifth Step).
11, 24, 37 and 50 : Our very best effort (Sixth Step).
12, 25, 38 and 51 : Our very best observation (Seventh Step).
13, 26, 39 and 52 : Our very best meditation (Eighth Step).

…and so forth!

Tip: Write down the weekly subject in your pocket diary!

Ons Studieschema

De aanhanger van het Advayavada-boeddhisme heeft de overtuiging dat de mens als vooruitgang ervaart dat wat overeenkomt met de richting waarin het geheel van het bestaan voortgaat in de tijd; in het Advayavada-boeddhisme wordt daarom het Edele Achtvoudige Pad benadrukt als een weerspiegeling onder de mensen, en in menselijke termen, van die vooruitgang van het bestaan. De Advayavadin ervaart heel duidelijk in zijn volgen van het Pad de algemene vooruitgang, de alles omvattende trek naar beter toe, van het bestaan. Hij vindt in zijn persoonlijk volgen van het Pad het onweerlegbaar bewijs van die vooruitgang van het geheel.

ONS STUDIESCHEMA VOOR HET GEHELE JAAR
Het (zelf)studieonderwerp voor iedere week vh lopend jaar:

Inleidende onderwerpen:
01 – 14 – 27 – 40 : de veranderlijkheid van alles (eerste kenmerk vh bestaan)
02 – 15 – 28 – 41 : de vergankelijkheid van alles (tweede kenmerk vh bestaan)
03 – 16 – 29 – 42 : het existentieel lijden (derde kenmerk en eerste waarheid)
04 – 17 – 30 – 43 : het hechten en onthechten (tweede en derde nobele waarheid)
05 – 18 – 31 – 44 : het pad en de vooruitgang (vierde waarheid en vierde kenmerk)

Het achtvoudige pad:
06 – 19 – 32 – 45 : ons beste inzicht (eerste stap op het 8voudige pad)
07 – 20 – 33 – 46 : ons beste besluit (tweede stap op het 8voudige pad)
08 – 21 – 34 – 47 : onze beste uitleg (derde stap op het 8voudige pad)
09 – 22 – 35 – 48 : onze beste instelling (vierde stap op het 8voudige pad)
10 – 23 – 36 – 49 : onze beste uitvoering (vijfde stap op het 8voudige pad)
11 – 24 – 37 – 50 : onze beste inspanning (zesde stap op het 8voudige pad)
12 – 25 – 38 – 51 : onze beste aandacht (zevende stap op het 8voudige pad)
13 – 26 – 39 – 52 : onze beste bezinning (achtste stap op het 8voudige pad)

MEDITATIE
Er bestaat een groot aantal manieren om te mediteren, onder meer zen, vipassana, Tibetaans boeddhistische, transcendente en yoga meditatie, en de aan de westerse wereld aangepaste inzichtsmeditatie (insight through mindfulness meditation). Twee meditatiestijlen worden het meest bestudeerd in wetenschappelijk onderzoek. De eerste is concentratiemeditatie (shamatha), waarbij degene die mediteert langdurig de aandacht richt op een object of gebeurtenis, zoals een kaarsvlam, de repeterende woorden van een mantra, of de ademhaling. Bij de tweede meditatiestijl (vipassana) observeert de mediterende persoon zonder ordeel de inhoud van zijn ervaring van moment tot moment. Dat kunnen bijvoorbeeld gedachten of emoties zijn, of gevoelens in het lichaam. De meeste meditatievormen zijn een combinatie van deze twee stijlen. Zen- en inzichtsmeditatie omvatten het meest de observerende manier. Mediteren kan zittend of liggend, maar oefenen in bewust aanwezig zijn kan ook staand, lopend, en zelfs tijdens alledaagse dingen zoals de afwas of het wachten op de trein.

‘Mindfulnessmeditatie houdt in met aandacht zijn in het hier en nu, zonder daar een oordeel over te hebben. Al die elementen zijn [ook] voor mensen met depressie belangrijk. Aandacht voor het hier en nu, in plaats van piekeren over de toekomst of over wat er allemaal mis is gegaan in het verleden. Niet oordelen, in plaats van overmatig kritisch zijn over zichzelf en anderen. Meditatie leert mensen hun eigen gevoelens, sensaties en gedachten te observeren. Daardoor vereenzelvigen ze zich minder met hun gevoel en gedachten. Zo scheppen ze ruimte om, in plaats van automatisch op dingen te reageren, te kiezen hoe ze ermee omgaan.’ (Prof. Anne Speckens, in NRC Handelsblad, 21.3.2009)